top of page

Krištof Kintera pakt groots uit binnen en buiten de Kunsthal.


In 2003 genoot hij van zijn ‘artist in residence’ bij de Rijksakademie in Amsterdam. Nu, 12 jaren later, pakt hij groots uit binnen en buiten de Kunsthal in Rotterdam onder de titel “Your light is my life”. Krištof Kintera, de inmiddels 41 jarige autonoom beeldend kunstenaar uit Tsjechië. Met meters hoge installaties van ballen of licht tot en met kleinere kunstwerken waarbij slimme elektronica de kunst in beweging zet. 

Bij de meeste kunstwerken laten de onderwerpen zich makkelijk raden, wat voor veel bezoekers een ontspannen ontmoeting kan zijn. De uitwerking is keer op keer theatraal te noemen en fascinerend door de combinatie van materialen,  kleuren en vaak ook electrotechniek. Zoals bij de enorme installatie ‘My light is your life’. Verschillende lampen uit verschillende jaargangen vormen samen een ca. 4 meter hoge, lichtgevende mensfiguur die, met een aureool-lamp helemaal bovenaan deze installatie, aan een engel doet denken. Op een van de losse A4-tjes, liggend in een schoenendoos die samen de inhoud van het boek ‘I am not you’ vormen, valt te lezen dat deze installatie een reactie is op de hoeveelheid licht dat we iedere dag gebruiken en consumeren. Volgens Kintera gaat de spirituele betekenis van het heilige licht daardoor verloren. Het is slechts 1 uit de vele voorbeelden die in deze tentoonstelling te zien is, waaruit Krištof Kintera’s maatschappelijke en spirituele betrokkenheid blijkt. Demon of the Growth II Een installatie met een soortgelijke hoogte is het kunstwerk ‘Demon of the Growth II”. De installatie doet denken aan enorm veel kleurrijke en ronde moleculen, die met elkaar in verbinding staan en er samen een feestje van maken. Die moleculen bestaan uit skippy-, voet-, tennis-, kerst- en andere ballen, die allemaal hun eigen kleur meebrengen. De ballen zijn onderling tegen elkaar aangedrukt, vastgepakt en aan een buigzaam staaldraad gestoken, die met meerdere vertakkingen eveneens onderling aan elkaar bevestigd zijn. Een echte professional Krištof Kintera had de enorme installaties nooit in enkele jaren kunnen voltooien, zonder de hulp van 2 belangrijke assistenten: Richard Wiesner en Rastislav Juhas. Zij waren dan ook de 2 belangrijke ondersteuners, die ervoor zorgden dat alle onderdelen uit dit oeuvre goed op z’n plek zouden komen in en buiten de Kunsthal. Daarnaast had Krištof Kintera nog vele assistenten en meedenkers, die hielpen tijdens het productieproces, zoals bij de elektrotechniek, snij-, lak- en plakwerk. Het maakt van Krištof Kintera een echte professional, die nu zelf thuis hoort in het rijtje kunstenaars zoals Jeff Koons en Paul Mc Carthy. Kunstenaars die hem ongetwijfeld geïnspireerd hebben. Zo heeft de balleninstallatie ‘Demon of the Growth II’ raakvlakken met de opgeblazen knuffels van Jeff Koons en toont het werk ‘Let’s God Will be done’, gemaakt in 2013 waarbij een duivelachtig figuur een hond op z’n hondjes penetreert terwijl ze samen zijn overgoten met bladgoud,  gelijkenissen met de serie ‘ Static’ van Paul Mc Carthy, gemaakt in de periode 2004-2009. ‘Static’ vertoont eveneens een op z’n hondjes penetrerende figuur, maar dan in de persoon van ex-president George Bush junior. Hij penetreert niet een hond maar een varken, het dier dat in de Godsdienst als onrein wordt gezien. En ze zijn samen niet met bladgoud overgoten, maar vervaardigt uit een zoetig roze siloconenplastic. Waar het bladgoud van Kintera zou kunnen staan voor het Goddelijke, omdat bladgoud vroeger veel werd gebruikt voor de iconen schilderingen in de Gotische kerken, zo zou het zoetige roze van Carthy kunnen staan voor het lustige, maar ook de uiterlijke onschuld, aangezien men deze kleur toch vaak associeert met het zoete, het vrouwelijke en het kinderlijke. Campbell’s soup versus Knauf Ook invloeden vanuit de Pop-art  zijn terug te vinden in het werk van Krištof Kintera. Waar Andy Warhol blikken Campbell’s soup in veelvoud op zeefdruk zette, zo stapelt Krištof Kintera een enorm aantal zware pakken cement van het merk Knauf tot aan het plafond van de Kunsthal. Te toevallig genoeg zitten er in de verpakking van het merk Knauf dezelfde kleuren als in de blikken Campbell’s soup. Rood en wit. Kleuren die, samen met de kleur blauw, ook in de Amerikaanse vlag terug te vinden zijn. Een land waar het consumptiegedrag wel erg buitensporig werd en waarin Andy Warhol zelf opgroeide. Kintera zelf zegt hierover dat hij vooral geïnspireerd was door het werk ‘the Endless Column’ van Constatin Brancusi. Dit hemelhoge beeld bestaat uit gestapelde, ruitvormige modules en pronkt in de openbare ruimte in Roemenië. Het is een gedenktoren ter gedachtenis aan de gesneuvelde Roemeense soldaten ten tijde van de 1e Wereld Oorlog. Het grote verschil ten aanzien van het werk van Constatin Brancusi, zit ‘m in de stapelonderdelen. De keuze voor het merk Knauf is toch een keuze voor een merk, wat gerelateerd is aan consumptie. Door van deze pakken cement een plafondhoge toren te bouwen, i.p.v. dit met het cement zelf te maken, vertoont deze installatie eveneens invloeden vanuit de conceptuele kunst uit de 20e eeuw, waarin bestaande voorwerpen een nieuwe betekenis krijgen, door ze in een andere context te plaatsen.



“Oh no” Een andere vergelijking met de conceptuele kunst ten aanzien van Kintera’s oeuvre is zijn werk: ‘Oh no’, waarbij een gebogen stuk slagboom uit een stuk asfalt naar boven steekt. Aan het uiteinde zijn 2 rode tuinharkjes bevestigd, die een tennisbal vasthouden. Door deze compositie verliezen alle onderdelen hun oorspronkelijke doel en betekenis en ontstaat een speelse vorm. Consumptiemaatschappij Het engagement, de Pop art en soms ook de conceptuele invloeden in het werk van Krištof Kintera laten zien dat die consumptiemaatschappij, waar Andy Warhol en vele anderen hun werken op baseerden, nog steeds een actueel onderwerp is en blijft. Blijkbaar konden deze Pop art–kunstenaars de maatschappij niet met deze reacties beïnvloeden. Ook Krištof Kintera kan dat niet. Wel is hij in staat de bezoeker nog meer aan het denken te zetten. Geen vorm is het zelfde en iedere vorm vertelt weer zijn eigen verhaal. Daarmee onderscheidt Kintera zich t.a.v. de Pop Art-kunstenaars uit de 20e eeuw en zet hij nieuwe stappen. Zijn werk is zeker niet oppervlakkig te noemen en vaak zelfs confronterend. Bovendien zit in zijn werk meer variatie en toont het zich verhalender, gevoeliger en kwetsbaarder. Al my bad thoughts Sommige kunstwerken kunnen je soms zelfs de rillingen op je lijf bezorgen. Zoals een van de kunstwerken uit de serie “Al my bad thoughts”, gemaakt in 2009, waarbij een zwerver in een slaapzak op de grond ligt, met de rug naar de binnenkomende bezoeker toe. Het is overgoten met een donkere synthetische vloeistof. Is de zwerver dood? Of ligt het te slapen? Onderzoek leert, dat de donkere vloeistof, gemaakt van polyurethaan, refereert aan de oliewinning. Daarmee gaat dit werk over de macht van het grote geld enerzijds en anderzijds het doden van levende organismen door diezelfde winning. De zwerver is hier bezweken aan zijn angsten, complexen en zorgen. Een ander beeld uit deze serie is te vinden in de kleine bunker, buiten de Kunsthal, in de hoek van het museumpark. Dit beeld is schokkend luguber en letterlijk des duivels. Het  is aan te raden dit beeld niet met kinderen te bezoeken. Daarmee bewijst deze serie des te meer hoe zeer Krištof Kintera ons kippenvel kan bezorgen. Misschien wel meer dan welke kunstenaar dan ook. Humor Gelukkig is er ook veel humor te vinden in het kleurrijke oeuvre van Kintera. Zoals een groene boor die in een gele stofzuiger boort onder de titel “conflict of interests“. Ook staat Kintera bekend om zijn vele kleurrijke gezichten, gevormd uit een oprijzende emulsie, waarbij ieder gezicht een eigen karakter krijgt door het spel met gebruiksvoorwerpen en grappige titels. Deze gezichten zijn ingelijst en sieren met zo’n 24 stuks de muur, buiten zaal 2. Ook vrij luchtig is de circusachtige ‘Public jukebox’ die voor de ingang van de Kunsthal staat, hoewel sommige zelfbedachte nummers, zoals “one minute till self destruction” (nr. 20) en ‘Global Warming Warning’  (nr. 37) eveneens confronterend zijn. Wanneer je dit laatste nummer intoetst, hoor je het geluid van insecten, opgenomen tijdens een warme zomernacht. Gelukkig zorg Kurt Schwitters dan weer voor een glimlach op het gezicht met zijn ‘UUUUUUUURRRRR”,  een Da-Da-sonate die te vinden is onder nummer 83. In de Jukebox zit een geldgleuf, maar Krištof Kintera vindt geld een van de grootste problemen in de wereld, dus wellicht dat je daarom alle nummers toch onbeperkt en gratis kan uitkiezen. In het museumpark Wandel na de expositie nog even door het museumpark, want hier ontmoet je nog grazende herthekken en een gebroken lantaarnpaal die toch licht geeft, eveneens van de hand van Krištof Kintera. En wie het aandurft kan dus nog een blik in de kleine bunker werpen, waar toch echt wel het meest lugubere werk uit deze tentoonstelling te vinden is. Gelukkig ben je niet alleen. Een beveiliger houdt daar de wacht. In deze recensie is maar slechts een klein deel uit het hele oeuvre van Kintera aan de kaak gesteld. Het mag daarom duidelijk zijn dat je minstens een dagdeel voor een bezoek mag uittrekken, wil je alles met aandacht bekijken en bestuderen. Alleen dat al maakt een bezoekje aan Rotterdam opnieuw meer dan de moeite waard. Helemaal tijdens 1e en 2e paasdag, want dan mag je met de hele familie gratis naar binnen! Of bijvoorbeeld tijdens het Freaky weekend, dat van 17 t/m 19 april gaat plaatsvinden. De tentoonstelling is nog tot 7 juni a.s. te bezichtigen. Voor meer informatie, zie www.kunsthal.nl en www.kristofkintera.com/home.htm I am not you Voor meer beeldmateriaal verwijs ik graag naar het boek ‘I am not you’. Dit complete en zeer exclusieve boek, zeg maar gerust ‘ deze schoenendoos met A4-tjes’, is bij de Kunsthal te koop voor € 79,95 ((ISBN 978-3-9523990-7-1).  #kunsthal #KristofKintera

bottom of page